1901
Herenhuis voor Rudolf Paehlig,
Marktstraat 22-24, Sneek
Het uit 1901 daterende ontwerp voor Marktstraat 22-24 in Sneek is te beschouwen als een sleutelwerk in het oeuvre van W.C. de Groot. Op het breukvlak van twee stilistische fasen heeft de architect in dit dubbele herenhuis een bijzonder maar ook wat ongemakkelijk huwelijk tot stand gebracht tussen late neorenaissance en modernistische vernieuwingsstijl.
In 1901 werd een bestaande woning, een in oorsprong middeleeuws huis dat in 1817 pastorie was geworden van de Hervormde Gemeente, gekocht door Rudolf Paehlig. Paehlig, oud-kapitein van het Oost-Indische leger en secretaris van het Waterschap Wybritseradeel, nodigde De Groot uit het ontwerp te maken voor een ingrijpende verbouwing.
Het huis links kreeg een rijke rolwerkgevel in neomaniëristische trant, schatplichtig aan de invloedrijke zestiende-eeuwse Leeuwarder architect, schilder en ontwerper Hans Vredeman de Vries. De gevel toont sterke verwantschap met het middelste gedeelte van de voorgevel van het Diaconessenhuis (1894) aan de Noordersingel in Leeuwarden. De rechter helft is qua materiaalgebruik en detaillering beïnvloed door de opkomende Nederlandse variant op de Art Nouveau en Jugendstil.
In de nadagen van de Tweede Wereldoorlog, of beter: op de bevrijdingsdag van Sneek, bliezen de Duitsers als hun laatste daad de Waag op. Daarbij raakte het dubbele herenhuis zwaar beschadigd. De rolwerkgevel ging verloren en werd daarna in vereenvoudigde vorm herbouwd. Van het andere huis verdween het kasteelachtige torentje maar dit werd in 1985 gereconstrueerd door de toenmalige eigenaar.